Johan zat duidelijk klem

Johan zat duidelijk klem, en dat in de laatste fase van zijn leven.

Johan had twee kinderen uit zijn eerste relatie (zijn vrouw was overleden): twee zonen van 35 en 33 jaar. Uit zijn tweede relatie (die eindigde in een scheiding) had hij een zoon en een dochter, 24 en 22 jaar.

De kinderen uit zijn eerste en tweede relatie hadden geen contact, wilden al die jaren ook écht geen contact met elkaar, en kenden elkaar dus niet.

Tot hun vader Johan in het hospice kwam te liggen, en zij alle vier hun vader wilden bezoeken. Het werd een ingewikkelde discussie, die via Johan liep: wie zou wanneer komen, en als die komt, dan kom ik niet.

Johan zat duidelijk klem, en dat in de laatste fase van zijn leven.

Vrijwilligers in het hospice zaten af en toe óók klem: één van de kinderen kwam op bezoek, niet wetende dat er een ander was, die hij of zij niet wilde zien.

Er ontstonden ruzies en Johan raakte er vreselijk van in de war. Hij vroeg een verpleegkundige om hulp. De verpleegkundige organiseerde samen met de coördinator een bijeenkomst met Johan en de vier kinderen.

Er was veel overredingskracht voor nodig om de afspraak tot stand te brengen. De verpleegkundige verwoordde het naar de vier kinderen – ieder apart – als volgt: ‘We zijn er niet op uit om jullie onderlinge relatie te verbeteren. We zijn er alleen op uit om Johan een vredige en rustige laatste fase van zijn leven te geven, zonder dat hij zich vóór of tegen iemand moet keren’.

Uiteindelijk stemden ze in. Het werd een moeilijk gesprek, maar er werden afspraken gemaakt, die voor Johan rust gaven, terwijl hij tóch alle vier de kinderen kon zien.

Tot onze grote verrassing stonden ze, na zijn overlijden, alle vier rond zijn kist om hem uitgeleide te doen uit het hospice.