Lisa was pas 63 jaar oud en zag er heel gezond uit, toen ze in het hospice kwam.
Stralende ogen, goed verzorgd, opgestoken haar, licht opgemaakt en nagels gelakt. Maar haar lijf wilde niet meer, de uitgezaaide kanker woekerde door. Ze kon elke dag een heel klein stukje minder.
Haar dochter en diens man kwamen heel regelmatig, en vaak kwam hun dochter Lynn, Lisa’s kleindochter mee. Lynn, 11 jaar, ging dan eerst even bij oma kijken, en ging daarna in de serre zitten, met een kleurboek, of om iets anders creatiefs te doen.
Als ze dat wilde, kwamen we als vrijwilligers even bij haar zitten en soms was er een kort gesprek. Maar al snel maakte ze duidelijk, dat ze verder wilde met waar ze mee bezig was. ‘Wil je een ijsje?’ ‘Ja graag!’ En dan was het daarmee klaar.
Lisa ging opeens hard achteruit, en op een ochtend overleed ze vredig in het bijzijn van haar dochter. Al snel kwam haar schoonzoon, met Lynn. Overlegd werd of Lynn oma ook wilde zien. Lynn vond dat maar een rare vraag. ‘Ja natuurlijk!’
Nadat Lisa na haar overlijden door ons was verzorgd, wilde haar dochter haar opmaken. Toen ik even binnen kwam om te kijken of ze iets nodig hadden, zag ik Lynn aan het bed van oma. Ze was oma’s nagels aan het lakken. Ik zei: ‘oh joh, wat doe je dat mooi !’ Lynn antwoordde zonder op te kijken: ‘Ik lakte altijd haar nagels, en nu moeten ze donkerroze, want dat vond oma de mooiste kleur’.
Ontroerd liep ik de kamer uit, en liet hen met elkaar in hun zó liefdevolle zorg.
Wat een kanjer, die Lynn !